woensdag 25 april 2012
Muziek domein 2
In domein 2 gaan we met de kinderen muziek maken. We geven daarbij ieder kind een instrument en we beginnen met het maken van verschillende ritmes: langzaam, snel, hard, zacht en ook onregelmatig. Nadat de kinderen deze ritmes afzonderlijk onder de knie hebben, gaan we verschillende ritmes door elkaar spelen. Alle kinderen met een slaginstrument doen een langzaam ritme en de kinderen met een schud-instrument doen een onregelmatig ritme. Hierdoor wordt het een mooi geheel. We zorgen ervoor dat het geheel een spannend stuk muziek wordt, zodat het heks-achtig klinkt. Hierbij is ook domein 4 goed te gebruiken door bijvoorbeeld in een rondje als een heks te gaan lopen en daarbij spannende muziek maakt.
Muziek domein 5
In domein 5 gaan de kinderen muziek noteren en lezen. Hierbij gaan we verder op domein 2, waarbij we met de kinderen verschillende ritmes gingen maken. De kinderen gaan in groepjes van 4 kinderen 2 verschillende ritmes noteren op papier. Ze mogen een ritme die al klassikaal gedaan is doen, maar mogen er ook een zelf verzinnen. Een voorwaarde eraan is dat het spannende ritmes zijn en de twee ritmes moeten door elkaar worden gespeeld. Dit wordt door de kinderen vastgelegd door te tekenen. De kinderen tekenen het instrument als dat gespeeld moet worden.
dinsdag 24 april 2012
BV 3D Klassiek
1. Dit is Paleis Soestdijk, een paleis dichtbij Baarn en Soest. De bouw van het paleis is in 1650 begonnen. De bouwstijl is Classicisme. Het paleis is ontworpen door Maurits Post.
2. Het paleis straalt uit dat er een machtig persoon woont. Dit komt door de kleuren van het paleis en door de ruimte die het gebouw inneemt. Opvallend aan dit paleis is dat het symmetrisch gebouwd is. Ook is het paleis met zijn tuinen goed onderhouden.
3. Het paleis is gebouwd in opdracht van een burgemeester, een machtig man in die tijd. Hij wilde dat het gebouw uitstraalde dat hij een machtig en rijk man was. De grootte en luxueuze uitstraling werkt daar zeker aan mee. Daarna werd het de woonplaats van onze koninklijke familie, weer machtige, belangrijke en rijke inwoners. Het paleis werd opgeknapt en uitgebreid. De kleur wit straalt uit dat er een rijk iemand woont, die het geld heeft om het gebouw te kunnen onderhouden.
4. het gebouw is niet op een andere manier gebouwd dan gebruikelijk was in die tijd. Waarschijnlijk zijn is er veel cement, baksteen en verf gebruikt. Tijdens de verbouwing zijn de gevels gepleisterd.
5. De bouwstijl van het paleis is het Classicisme. Het classicisme is een stroming die teruggaat naar de Griekse en Romeinse oudheid. Aan het paleis is dit te zien aan de zuilen bij de beide vleugels en de statige opbouw van het gebouw. In de klassieke oudheid werd de nadruk gelegd op eenvoudige vormen, dit is terug te zien bij vooral het midden van het paleis. Ook werd de kleur wit gezien als de kleur van reinheid, zuiverheid en netheid. Ook is wit de kleur van vrede.
6. Ik vind het paleis een heel mooi en statig gebouw. De kleur straalt rijkdom en macht uit. De classicistische bouwstijl trekt mij erg aan, omdat het heel eenvoudig maar toch ingewikkeld is. De zuilen zorgen voor een 'romantische' sfeer, terwijl alles heel structureel is opgebouwd.
Beeldaspecten
De beeldaspecten zijn vooral vorm maar ook kleur. Vorm speelt een grote rol bij het classicisme, omdat een van de kenmerken van de oudheid de eenvoud van de vormen is. De grootte van het gebouw en de ruimte die het inneemt maakt ook veel indruk en zorgt ervoor dat het gebouw macht en rijkdom uitstraalt.
maandag 23 april 2012
BV 2D postmodern
1. Dit schilderij is gemaakt door Josephine Wall en het heet "de postmoderne elf".
2. Op dit schilderij is een elf te zien die op haar knieën op de rand van een bloem zit. De elf heeft prachtig gekleurde vleugels en kijkt naar wereld die nog kleiner is dan waar zij in leeft. Verder is er nog een andere bloem en takken te zien. Het schilderij is erg groen getint. Overal zie je de kleur groen terugkomen.
3. De betekenis van dit schilderij is dat niemand ontsnapt aan vervreemding, zelfs een elf niet. In de kelk van een nachtschaduw is een wereld nog kleiner dan de hare. Vervreemding is een proces waarbij men zich niet meer eigen voelt, omdat men het idee heeft geen invloed uit te kunnen oefenen op ontwikkelingen.
4. Dit schilderij is geschilderd door Josephine Wall en zij heeft gebruik gemaakt van verf. Daarmee heeft zij dit schilderij gemaakt.
5. Dit is een postmodern schilderij, dit is ook al in de titel van het schilderij vermeld. Josephine Wall heeft dit in de postmoderne stijl gemaakt en dit is te zien aan de menging van stijlen, ook wel het eclecticisme genoemd. Er zijn elementen van de klassieke kunst zichtbaar in dit schilderij. Voor een deel komt het figuratieve element erin terug en ook het verhalend element. Daarnaast komen ook elementen van het modernisme hierin naar voren, zoals het surrealisme (het elfje).
6. Ik vind het een mooi schilderij, vooral door de vleugels van het elfje. Daarbij zijn veel verschillende kleuren gebruikt en mee geëxperimenteerd. Verder vind ik de boodschap van het schilderij erg mooi afgebeeld.
In dit schilderij komen verschillende beeldaspecten naar voren. Allereerst de kleur. De kleuren van de vleugels van het elfje vallen enorm op. Het zijn mooi, felle en opvallende kleuren. Hierdoor staat het elfje in het middelpunt van het schilderij, wat ook de bedoeling is, want het gaat om het elfje. Naast het beeldaspect kleur komt ook het beeldaspect ruimte goed naar voren in dit schilderij. De omgeving rond het elfje is het bos en dit geeft een mysterieus gevoel. Verder komt ook het beeldaspect licht aan bod in dit schilderij. Het deel van het schilderij waar het om gaat (de elf en de bloem) zijn een stuk lichter getekend, waardoor het meteen opvalt als je er naar kijkt.
BV Modern 2D
1. Dit schilderij is gemaakt door Hetty Kienhuis, het schilderij heet Kasteel Laroche 1 en is gemaakt in de 21ste eeuw. Het schilderij is gemaakt in de modernistische stijl.
2. Op het schilderij is het kasteel La Roche te zien dat gelegen ligt in de Belgische Ardennen. Het vooraanzicht van het kasteel is weergegeven, zoals het er uit gezien zou moeten hebben. Inmiddels het kasteel namelijk een ruïne.
3 .Het schilderij laat meer een beeld zien van het kasteel zelf dan dat het een verhaal vertelt.
4.Het schilderij is geschilderd door Hetty Kienhuis met behulp van olieverf. De kleuren van het schilderij liggen allemaal vrij dicht bij elkaar en vormen zo een mooi samenhangend geheel.
5. Dit schilderij is echt een voorbeeld van de modernistische kunst door het in verzet komen tegen de traditionele opvattingen en vormen van kunst. In dit schilderij is er gebruik gemaakt van het kubisme. De kenmerken van het kubisme komen dan ook naar voren in dit schilderij het afgevlakt volume, verwarrend perspectief, collage, meerdere standpunten, stilleven, analytisch, synthetisch. Het meest kenmerkende van het kubisme is de vereenvoudiging van alles. Kleur was niet zo belangrijk dat is ook te zien in dit schilderij er is niet veel gebruik gemaakt van tegenstrijdige kleuren en felle kleuren. Alle kleuren liggen in het zelfde patroon.
6. Ik vind het schilderij een gevoel bij mij oproepen van kinderlijkheid en romantiek. Dit komt denk ik door de roze kleur die hoofdtoon voert. Het mooie aan dit schilderij vind ik dat elk kleur vak weer een op zichzelf staand iets heeft de deuren en ramen lopen bijvoorbeeld niet door in een ander vlak. Dit zorgt ervoor dat elke keer dat je naar het schilderij kijkt iets anders ziet en dan vind ik erg knap gemaakt.
Beeld aspecten
Er komen ook in dit schilderij verschillende beeld aspecten naar voren. Een eerste is ruimte, het perspectief waaruit dit schilderij is geschilderd is telkens anders door het vlak gebruik. Ook de beeldaspecten kleur en compositie zijn duidelijk aanwezig. De kleuren die gebruikt zijn liggen dichtbij elkaar waardoor er weinig contrast is. De compositie van het schilderij zorgt hier voor chaos en dat daagt de toeschouwer uit om de compositie te verbeteren.
zondag 22 april 2012
BV 2D klassiek
2. Op het schilderij is een man genaamd Ivan Tsarevitsj te zien en hij rijdt met een vrouw op een wolf in het bos. Ze hebben beide vrij sjieke kleding aan en het lijkt erop dat ze ergens voor vluchten.
3. Dit schilderij geeft een Russisch sprookje weer. In dit sprookje rijdt Ivan Tsarevitsj op een grijze wolf. Door dit schilderij kan je veel over het sprookje te weten komen of in ieder geval vermoedens over hoe het verhaal moet zijn gegaan. Zelf denk ik dat Ivan een prins was en op een bal een vrouw tegenkwam waar hij verliefd op werd. Helaas gebeurde er iets verschrikkelijks waardoor ze moesten vluchten op de rug van een wolf.
4. Dit schilderij is geschilderd door Viktor Vasnetsov en hij heeft voor dit schilderij verf gebruikt. Hiermee is hij aan het werk gegaan met "Ivan Tsarevitsj op de grijze wolf" tot gevolg.
5. Ondanks dat Viktor Vasnetsov dit schilderij in de tijd dat de moderne stijl opkwam schilderde, heeft hij toch ervoor gekozen om het volgens de klassieke stijl te schilderen. Allereerst is het schilderij verhalend gemaakt, het wil een verhaal vertellen. Dit is een typisch kenmerk van de klassieke stijl. Een ander aspect van de klassieke stijl is dat de kunst figuratief is. Ook dit is terug te vinden in dit schilderij. Er zijn herkenbare onderwerpen afgebeeld, zoals het bos, de wolf en de personen op het schilderij.
6. Ik vind het schilderij erg mooi. Ik vind het sowieso knap als mensen dit kunnen, maar ik vind dit schilderij erg mooi geschilderd. De mensen op het schilderij zijn heel realistisch getekend en ook de omgeving, het bos, vind ik goed gelukt. Door de omgeving geeft het een spannend gevoel, je wilt weten hoe het verhaal gaat en vooral hoe het afloopt. Dit vind ik erg knap overgebracht.
In dit schilderij komen verschillende beeldaspecten naar voren. Allereerst de kleur. De blauwe jurk van de vrouw springt er gelijk uit door de felle kleur. De vrouw is geschilderd in het midden van het schilderij en het valt het dus gelijk op. Daarnaast het beeldaspect ruimte. Op het schilderij is een bos getekend en dit maakt de sfeer van het schilderij gelijk anders. Het beeld had een totaal ander gevoel opgeroepen als het in het weiland was getekend. Verder is het beeldaspect licht van toepassing op dit schilderij. Het schilderij is vrij donker getekend, vooral het bos en dat heeft ook effect op de sfeer van het schilderij.
vrijdag 20 april 2012
BV 3D les
BASISPLAN
Sectie beeldend onderwijs
Groep: 3 of 4
Aantal lln: ± 25
Opdracht
Maak en beschilder je eigen kasteel. Aan het kasteel moet men kunnen zien dat jij daar woont.
Betekenis
Het thema van deze les is sprookjes. De les begint met een aantal stukjes film waarin een kasteel met zijn of haar bewoner te zien is. Zo krijgen de kinderen alvast een indruk van de verschillende soorten kastelen en waarom je aan een kasteel kan zien, wie er in woont.
Activiteiten
De kinderen maken met 4 wc rollen en stukken karton een kasteel. Er wordt eerst een techniek voorgedaan waarbij de kinderen leren dat ze een wc rol een stukje kunnen inknippen en daar dan het stukje karton in kunnen plaatsen. Als het kasteel in elkaar zit, mogen de kinderen het beschilderen zoals ze zelf willen. Uiteindelijk moet het kasteel laten zien wie er in woont ( het kind zelf).
Vorm
Er wordt in deze les aandacht besteed aan twee beeldaspecten: vorm en kleur.De vorm wordt benadrukt door het maken van het kasteel. De kleur komt naar voren door het verven door de kinderen. Ze leren dat je met kleuren veel kan zeggen over jezelf. Ze moeten daarom goed nadenken over hun kleurgebruik, in plaats van zomaar een random kleur gebruiken voor hun kasteel.
Materiaal
Tijdens de les gebruiken de kinderen voornamelijk karton en wc rollen. De wc rollen worden de torens van het kasteel en het karton de kasteelmuren. De kinderen leren eerst een techniek, die ze daarna toepassen in het maken van hun kasteel. Verder gebruiken ze verf en kwasten om hun kasteel persoonlijker te maken.
Beschouwing
Er worden eerst filmfragmenten bekeken, waarin de kinderen een kasteel met zijn bewoner zien. Na de fragmenten worden de volgende vragen gesteld; ‘’ hoe kan je zien wie er in dat kasteel woont?’’, ‘’ passen de kleuren bij de persoon?’’, ‘’is het kasteel groot of klein’’ etc. Daarna wordt er gevraagd wat voor kasteel de kinderen zouden hebben als ze een prins of prinses zouden zijn? (‘’ welke kleuren, vormen, groottes etc zou jouw kasteel hebben’’.)
Voor de kinderen beginnen wordt de techniek van het insnijden geleerd, daarna worden de eisen van het kasteel verteld: het kasteel moet 4 torens hebben, verder moet de nieuw geleerde techniek terug te zien zijn in het kasteel. Ook moet de leerkracht kunnen zien dat het jouw kasteel is (dus een barbie-meisje verft haar kasteel roze).
Werkwijze
De kinderen leren dat je met vrij ‘’vaste’’ materialen toch veel mogelijk is. Ze leren de techniek van inknippen, een techniek die ze later nog veel gaan gebruiken. Verder ontdekken ze dat het belangrijk is om iets van jezelf te kunnen overbrengen aan een ander. en hoe ze dit moeten doen.
Onderzoek
De kinderen onderzoeken de beste manier om iets persoonlijks over te kunnen brengen met behulp van kleur.
LESFASEN
Groep: 3 of 4
Organisatie
Voor de filmfragmenten moet er een smartboard zijn.
De filmfragmenten zijn uitgezocht en klaar op het scherm.
Voor de demonstratie moet er een schaar, wc rol en een stuk karton zijn.
Uitdelers delen deze materialen uit na de uitleg en de demonstratie van de techniek:
Er moeten per kind 4 wc rollen zijn.
Stukken karton moeten klaarliggen.
Kwasten en verf moeten klaarliggen.
Oriëntatie
De les wordt ingeleid met een aantal filmfragmenten. Er worden verschillende vragen gesteld zoals: ‘’waarom woont deze prins/prinses hier’’, ‘’welke kleuren heeft het kasteel’’, ‘’is het een groot of klein kasteel’’. Daarna worden de eisen voor hun eigen kasteel verteld. De kinderen moeten de nieuw aangeleerde techniek gebruiken bij het maken van het kasteel. Bij het verven van het kasteel moeten ze er rekening mee houden dat het hun kasteel is. Dit moet ook blijken uit het kleurgebruik.
Uitvoering
Verschillende vragen worden gesteld zoals: ‘’waarom woont deze prins/prinses hier’’, ‘’welke kleuren heeft het kasteel’’, ‘’is het een groot of klein kasteel’’, ‘’ hoe kan je zien wie er in dat kasteel woont?’’, ‘’ passen de kleuren bij de persoon?’’. Daarna wordt er gevraagd wat voor kasteel de kinderen zouden hebben als ze een prins of prinses zouden zijn? (‘’ welke kleuren, vormen, groottes etc zou jouw kasteel hebben’’.)
De minimum eisen van het kasteel zijn: gebruik van de inknip-techniek, gebruik van kleuren die bij jezelf passen.
Nabeschouwing
Na ongeveer een half uur drie kwartier zijn de meeste kinderen wel klaar en wordt de les afgerond. De kastelen van de kinderen komen in de klas te staan (in de vensterbank of op tafels achterin de klas). Een aantal kastelen haalt de leerkracht naar voren en stelt hier vragen over: ‘’ van wie denk je dat dit kasteel is, hoe kan je dit zien?’’. We hopen dat er dan naar voren komt dat kinderen zeggen: ‘’het is een roze kasteel dus het past bij Anna, omdat ze van roze houdt’’.
Accenten of opmerkingen
We hebben expres een jonge groep gekozen, omdat we denken dat jonge kinderen met deze opdracht veel kanten op kunnen gaan. Jonge kinderen hebben vaak minder ‘schaamte’ en zullen dus met veel creatieve oplossingen komen. Ze zullen waarschijnlijk veel aan elkaar vragen, omdat dit een wel een moeilijke opdracht voor ze is. Sommige kinderen zullen meteen aan de gang gaan, terwijl andere kinderen eerst heel lang gaan nadenken over wat ze moeten doen. Het is belangrijk deze kinderen te begeleiden, maar niet iets voor te zeggen. De achterliggende gedachte van de opdracht is dat kinderen over zichzelf gaan nadenken en bedenken wat goed bij hun past.
Sectie beeldend onderwijs
Groep: 3 of 4
Aantal lln: ± 25
Opdracht
Maak en beschilder je eigen kasteel. Aan het kasteel moet men kunnen zien dat jij daar woont.
Betekenis
Het thema van deze les is sprookjes. De les begint met een aantal stukjes film waarin een kasteel met zijn of haar bewoner te zien is. Zo krijgen de kinderen alvast een indruk van de verschillende soorten kastelen en waarom je aan een kasteel kan zien, wie er in woont.
Activiteiten
De kinderen maken met 4 wc rollen en stukken karton een kasteel. Er wordt eerst een techniek voorgedaan waarbij de kinderen leren dat ze een wc rol een stukje kunnen inknippen en daar dan het stukje karton in kunnen plaatsen. Als het kasteel in elkaar zit, mogen de kinderen het beschilderen zoals ze zelf willen. Uiteindelijk moet het kasteel laten zien wie er in woont ( het kind zelf).
Vorm
Er wordt in deze les aandacht besteed aan twee beeldaspecten: vorm en kleur.De vorm wordt benadrukt door het maken van het kasteel. De kleur komt naar voren door het verven door de kinderen. Ze leren dat je met kleuren veel kan zeggen over jezelf. Ze moeten daarom goed nadenken over hun kleurgebruik, in plaats van zomaar een random kleur gebruiken voor hun kasteel.
Materiaal
Tijdens de les gebruiken de kinderen voornamelijk karton en wc rollen. De wc rollen worden de torens van het kasteel en het karton de kasteelmuren. De kinderen leren eerst een techniek, die ze daarna toepassen in het maken van hun kasteel. Verder gebruiken ze verf en kwasten om hun kasteel persoonlijker te maken.
Beschouwing
Er worden eerst filmfragmenten bekeken, waarin de kinderen een kasteel met zijn bewoner zien. Na de fragmenten worden de volgende vragen gesteld; ‘’ hoe kan je zien wie er in dat kasteel woont?’’, ‘’ passen de kleuren bij de persoon?’’, ‘’is het kasteel groot of klein’’ etc. Daarna wordt er gevraagd wat voor kasteel de kinderen zouden hebben als ze een prins of prinses zouden zijn? (‘’ welke kleuren, vormen, groottes etc zou jouw kasteel hebben’’.)
Voor de kinderen beginnen wordt de techniek van het insnijden geleerd, daarna worden de eisen van het kasteel verteld: het kasteel moet 4 torens hebben, verder moet de nieuw geleerde techniek terug te zien zijn in het kasteel. Ook moet de leerkracht kunnen zien dat het jouw kasteel is (dus een barbie-meisje verft haar kasteel roze).
Werkwijze
De kinderen leren dat je met vrij ‘’vaste’’ materialen toch veel mogelijk is. Ze leren de techniek van inknippen, een techniek die ze later nog veel gaan gebruiken. Verder ontdekken ze dat het belangrijk is om iets van jezelf te kunnen overbrengen aan een ander. en hoe ze dit moeten doen.
Onderzoek
De kinderen onderzoeken de beste manier om iets persoonlijks over te kunnen brengen met behulp van kleur.
LESFASEN
Groep: 3 of 4
Organisatie
Voor de filmfragmenten moet er een smartboard zijn.
De filmfragmenten zijn uitgezocht en klaar op het scherm.
Voor de demonstratie moet er een schaar, wc rol en een stuk karton zijn.
Uitdelers delen deze materialen uit na de uitleg en de demonstratie van de techniek:
Er moeten per kind 4 wc rollen zijn.
Stukken karton moeten klaarliggen.
Kwasten en verf moeten klaarliggen.
Oriëntatie
De les wordt ingeleid met een aantal filmfragmenten. Er worden verschillende vragen gesteld zoals: ‘’waarom woont deze prins/prinses hier’’, ‘’welke kleuren heeft het kasteel’’, ‘’is het een groot of klein kasteel’’. Daarna worden de eisen voor hun eigen kasteel verteld. De kinderen moeten de nieuw aangeleerde techniek gebruiken bij het maken van het kasteel. Bij het verven van het kasteel moeten ze er rekening mee houden dat het hun kasteel is. Dit moet ook blijken uit het kleurgebruik.
Uitvoering
Verschillende vragen worden gesteld zoals: ‘’waarom woont deze prins/prinses hier’’, ‘’welke kleuren heeft het kasteel’’, ‘’is het een groot of klein kasteel’’, ‘’ hoe kan je zien wie er in dat kasteel woont?’’, ‘’ passen de kleuren bij de persoon?’’. Daarna wordt er gevraagd wat voor kasteel de kinderen zouden hebben als ze een prins of prinses zouden zijn? (‘’ welke kleuren, vormen, groottes etc zou jouw kasteel hebben’’.)
De minimum eisen van het kasteel zijn: gebruik van de inknip-techniek, gebruik van kleuren die bij jezelf passen.
Nabeschouwing
Na ongeveer een half uur drie kwartier zijn de meeste kinderen wel klaar en wordt de les afgerond. De kastelen van de kinderen komen in de klas te staan (in de vensterbank of op tafels achterin de klas). Een aantal kastelen haalt de leerkracht naar voren en stelt hier vragen over: ‘’ van wie denk je dat dit kasteel is, hoe kan je dit zien?’’. We hopen dat er dan naar voren komt dat kinderen zeggen: ‘’het is een roze kasteel dus het past bij Anna, omdat ze van roze houdt’’.
Accenten of opmerkingen
We hebben expres een jonge groep gekozen, omdat we denken dat jonge kinderen met deze opdracht veel kanten op kunnen gaan. Jonge kinderen hebben vaak minder ‘schaamte’ en zullen dus met veel creatieve oplossingen komen. Ze zullen waarschijnlijk veel aan elkaar vragen, omdat dit een wel een moeilijke opdracht voor ze is. Sommige kinderen zullen meteen aan de gang gaan, terwijl andere kinderen eerst heel lang gaan nadenken over wat ze moeten doen. Het is belangrijk deze kinderen te begeleiden, maar niet iets voor te zeggen. De achterliggende gedachte van de opdracht is dat kinderen over zichzelf gaan nadenken en bedenken wat goed bij hun past.
donderdag 19 april 2012
BV 2D les
BASISPLAN
Sectie beeldend onderwijs
Groep: 5 of 6
Aantal lln: ± 25
Opdracht
Maak de tekening af zorg dat de hoofdpersoon goed te zien is en er verschillende kleuren door elkaar heen gebruikt zijn.
Betekenis
Het thema van deze les is sprookjes. Aan het begin wordt er een verhaal verteld over een prins die in een kasteel woont en verschillende avonturen mee maakt. Uiteindelijk wordt het verhaal gestopt en moeten de kinderen doormiddel van hun tekening het verhaal afmaken. Ze kunnen hierbij hun eigen fantasie op de loop laten en zelf bedenken hoe hun prins/prinses en kasteel eruit ziet.
Activiteiten
De kinderen gaan aan de slag met krijt op een tekening die al een stukje begonnen is. Op de tekening staat een kasteeltoren met stukje van een kasteelmuur. De opdracht voor de kinderen is: de persoon naar voren te laten komen en het leren om de kleuren te mengen. Dit kan eerst worden voor gedaan aan de hand van een klein papiertje wat de kinderen zelf krijgen en dat ze twee kleuren mogen uitkiezen en hiermee op het blaadje mogen uitproberen, om te laten zien wat het effect hier van is. De kinderen krijgen een papier met A3 formaat en de kleur is wit.
Vorm
Er wordt in deze les aandacht besteed aan twee beeldaspecten deze zijn: kleur en samengestelde vormen. Het beeldaspect kleur wordt vooral behandeld doordat de kinderen gebruik moeten maken van het mengen van kleuren om zo verschillende sferen en gevoelens neer te zetten. De samengestelde vormen komen naar voren, omdat het kind zelf het kasteel en de hele tekening mogen invullen en zo door verschillende vormen gebruikt kunnen worden.
Materiaal
Er wordt gebruik gemaakt van papier en wascokrijt. De wascokrijt moet dus door elkaar gebruikt worden. Verder worden de kinderen met het wascokrijt vrij gelaten.
Beschouwing
Er wordt eerst een verhaal voorgelezen, zodat de kinderen zelf in hun hoofd een beeld kunnen vormen van hoe het eruit zou kunnen komen te zien. Daarna wordt de nog niet afgemaakte tekening getoond en wordt er aan verschillende kinderen gevraagd hoe zij hem af zouden willen maken. Dan worden de eisen van de tekening vertelt. Dit zijn: het kleur gebruik door elkaar en de persoon die duidelijk naar voren moet komen. Hoe ziet de prins er volgens jou uit? Is het kasteel groot of klein, heeft het veel torens of weinig? Zijn er nog meer personen? Speelt het zich overdag of ’s avonds af? Wat voor kleur heeft het kasteel?
Werkwijze
De kinderen leren dat iedereen een andere kijk heeft op een beeld. Dat door kleuren te mengen er weer nieuwe ontstaan. Eventueel zou het mengen nog door de leraar kunnen worden gedemonstreerd.
Onderzoek
De kinderen onderzoeken door verschillende kleuren te mengen er weer hele nieuwe kleuren ontstaan
LESFASEN
Groep: 5 of 6
Organisatie
De A3 papieren moeten geprint worden.
De A5 papieren moeten klaar gelegd worden (voor kleur demonstratie)
De wasco krijtjes moeten klaar gelegd worden.
De kinderen werken in de eigen groepjes, de klassendienst deelt na het verhaal en beschouwing de A5 papieren en de wasco krijtjes uit.
Oriëntatie
De les wordt ingeleid met een verhaal over een prins en zijn kasteel. Dit verhaal wordt niet helemaal uitgelezen, zodat de kinderen hun fantasie nog kunnen gebruiken voor het einde. Er worden vragen gesteld deze zijn: Hoe ziet de prins er volgens jou uit? Is het kasteel groot of klein, heeft het veel torens of weinig? Zijn er nog meer personen? Speelt het zich overdag of ’s avonds af? Wat voor kleur heeft het kasteel?. Hierna worden de eisen van de tekening verteld. De prins moet goed naar voren komen en er moeten kleuren gemengd worden. Het kleuren mengen wordt gedemonstreerd aan de hand van hun a5 papier een wasco krijtjes ze moeten met 2 krijtjes mengen op dat a5 papier.
Uitvoering
De reflectie vragen zijn: Hoe ziet de prins er volgens jou uit? Is het kasteel groot of klein, heeft het veel torens of weining? Zijn er nog meer personen? Speelt het zich overdag of ’s avonds af? Wat voor kleur heeft het kasteel? Het kind moet kleur gebruiken en mengen, ook moet de prins goed te zien zijn.
Nabeschouwing
Na ongeveer een half uur drie kwartier zijn de meeste kinderen wel klaar en worden de tekeningen opgehangen in de klas. Als iedereen klaar is gaan we een paar tekeningen af en mogen anderen tips en tops geven en vraag ik aan de kinderen of er kleur gemengd is en of je de prins goed ziet en mag het kind zijn eigen verhaal bij zijn tekening vertellen. Wat gebeurt er op de tekening etc.
Accenten of opmerkingen
We verwachten dat de kinderen zelf invulling geven aan de nog niet afgemaakte tekening en hierin erg zelfstandig zijn. Wel moeten de kinderen kunnen samenwerken en misschien advies aan elkaar kunnen vragen om de manier van kleur gebruik en het gebruik van de krijtjes. Door de tips en tops te laten noemen door de kinderen kan worden er altijd positieve punten gegeven aan het kind ook bij een minder getalenteerd kind. Het is van belang om altijd met de tops te beginnen.
Sectie beeldend onderwijs
Groep: 5 of 6
Aantal lln: ± 25
Opdracht
Maak de tekening af zorg dat de hoofdpersoon goed te zien is en er verschillende kleuren door elkaar heen gebruikt zijn.
Betekenis
Het thema van deze les is sprookjes. Aan het begin wordt er een verhaal verteld over een prins die in een kasteel woont en verschillende avonturen mee maakt. Uiteindelijk wordt het verhaal gestopt en moeten de kinderen doormiddel van hun tekening het verhaal afmaken. Ze kunnen hierbij hun eigen fantasie op de loop laten en zelf bedenken hoe hun prins/prinses en kasteel eruit ziet.
Activiteiten
De kinderen gaan aan de slag met krijt op een tekening die al een stukje begonnen is. Op de tekening staat een kasteeltoren met stukje van een kasteelmuur. De opdracht voor de kinderen is: de persoon naar voren te laten komen en het leren om de kleuren te mengen. Dit kan eerst worden voor gedaan aan de hand van een klein papiertje wat de kinderen zelf krijgen en dat ze twee kleuren mogen uitkiezen en hiermee op het blaadje mogen uitproberen, om te laten zien wat het effect hier van is. De kinderen krijgen een papier met A3 formaat en de kleur is wit.
Vorm
Er wordt in deze les aandacht besteed aan twee beeldaspecten deze zijn: kleur en samengestelde vormen. Het beeldaspect kleur wordt vooral behandeld doordat de kinderen gebruik moeten maken van het mengen van kleuren om zo verschillende sferen en gevoelens neer te zetten. De samengestelde vormen komen naar voren, omdat het kind zelf het kasteel en de hele tekening mogen invullen en zo door verschillende vormen gebruikt kunnen worden.
Materiaal
Er wordt gebruik gemaakt van papier en wascokrijt. De wascokrijt moet dus door elkaar gebruikt worden. Verder worden de kinderen met het wascokrijt vrij gelaten.
Beschouwing
Er wordt eerst een verhaal voorgelezen, zodat de kinderen zelf in hun hoofd een beeld kunnen vormen van hoe het eruit zou kunnen komen te zien. Daarna wordt de nog niet afgemaakte tekening getoond en wordt er aan verschillende kinderen gevraagd hoe zij hem af zouden willen maken. Dan worden de eisen van de tekening vertelt. Dit zijn: het kleur gebruik door elkaar en de persoon die duidelijk naar voren moet komen. Hoe ziet de prins er volgens jou uit? Is het kasteel groot of klein, heeft het veel torens of weinig? Zijn er nog meer personen? Speelt het zich overdag of ’s avonds af? Wat voor kleur heeft het kasteel?
Werkwijze
De kinderen leren dat iedereen een andere kijk heeft op een beeld. Dat door kleuren te mengen er weer nieuwe ontstaan. Eventueel zou het mengen nog door de leraar kunnen worden gedemonstreerd.
Onderzoek
De kinderen onderzoeken door verschillende kleuren te mengen er weer hele nieuwe kleuren ontstaan
LESFASEN
Groep: 5 of 6
Organisatie
De A3 papieren moeten geprint worden.
De A5 papieren moeten klaar gelegd worden (voor kleur demonstratie)
De wasco krijtjes moeten klaar gelegd worden.
De kinderen werken in de eigen groepjes, de klassendienst deelt na het verhaal en beschouwing de A5 papieren en de wasco krijtjes uit.
Oriëntatie
De les wordt ingeleid met een verhaal over een prins en zijn kasteel. Dit verhaal wordt niet helemaal uitgelezen, zodat de kinderen hun fantasie nog kunnen gebruiken voor het einde. Er worden vragen gesteld deze zijn: Hoe ziet de prins er volgens jou uit? Is het kasteel groot of klein, heeft het veel torens of weinig? Zijn er nog meer personen? Speelt het zich overdag of ’s avonds af? Wat voor kleur heeft het kasteel?. Hierna worden de eisen van de tekening verteld. De prins moet goed naar voren komen en er moeten kleuren gemengd worden. Het kleuren mengen wordt gedemonstreerd aan de hand van hun a5 papier een wasco krijtjes ze moeten met 2 krijtjes mengen op dat a5 papier.
Uitvoering
De reflectie vragen zijn: Hoe ziet de prins er volgens jou uit? Is het kasteel groot of klein, heeft het veel torens of weining? Zijn er nog meer personen? Speelt het zich overdag of ’s avonds af? Wat voor kleur heeft het kasteel? Het kind moet kleur gebruiken en mengen, ook moet de prins goed te zien zijn.
Nabeschouwing
Na ongeveer een half uur drie kwartier zijn de meeste kinderen wel klaar en worden de tekeningen opgehangen in de klas. Als iedereen klaar is gaan we een paar tekeningen af en mogen anderen tips en tops geven en vraag ik aan de kinderen of er kleur gemengd is en of je de prins goed ziet en mag het kind zijn eigen verhaal bij zijn tekening vertellen. Wat gebeurt er op de tekening etc.
Accenten of opmerkingen
We verwachten dat de kinderen zelf invulling geven aan de nog niet afgemaakte tekening en hierin erg zelfstandig zijn. Wel moeten de kinderen kunnen samenwerken en misschien advies aan elkaar kunnen vragen om de manier van kleur gebruik en het gebruik van de krijtjes. Door de tips en tops te laten noemen door de kinderen kan worden er altijd positieve punten gegeven aan het kind ook bij een minder getalenteerd kind. Het is van belang om altijd met de tops te beginnen.
maandag 16 april 2012
Muziekdomein 4: Bewegen op muziek
Nummer: Drie Dwaze Heksen - Eigenwijs, blz 197, Doelgroep: groep 5
Inleiding:
Een stukje uit een disney film laten zien, waarop de heks iemand aan het betoveren is.
Vragen stellen:
1. waarom is de heks zo eng?
2. wat doet ze met haar lichaam/stem?
Kern:
De kinderen luisteren naar het nummer.
Vragen:
1. wat zijn deze heksen aan het doen?
2. hoe zou dat er uit zien?
Het nummer wordt nogmaals opgezet.
De kinderen mogen doen alsof ze heksen zijn.
De gebaren die ze moeten maken moeten wel
overeenkomen met het liedje.
Inleiding:
Een stukje uit een disney film laten zien, waarop de heks iemand aan het betoveren is.
Vragen stellen:
1. waarom is de heks zo eng?
2. wat doet ze met haar lichaam/stem?
Kern:
De kinderen luisteren naar het nummer.
Vragen:
1. wat zijn deze heksen aan het doen?
2. hoe zou dat er uit zien?
Het nummer wordt nogmaals opgezet.
De kinderen mogen doen alsof ze heksen zijn.
De gebaren die ze moeten maken moeten wel
overeenkomen met het liedje.
Beeldende Vorming 3D postmodern
1. Deze jurk is gemaak door Azzedine Alaïa. In het Groninger museum is daar tot 6 mei een expositie die de meest fantastische modecreaties van Alaïa van de afgelopen tien jaar zien.
2. Wat zichtbaar is bij deze jurk zijn de strepen in de rok. Het gestreepte patroon is ontstaan door het onderbreken van de gouden stof met een doorzichtige stof. Ook zie je een strakke, nauwsluitende bovenkant en daarna een wijd uitlopende rok. In de expositie zijn veel verschillende silhouetten te zien, maar ik heb voor deze gekozen doordat het het meest op een prinsessenjurk lijkt. Op de achterkant is nog een rist zichtbaar.
3. De betekenis van deze jurk is onbekend, maar zelf denk ik dat het staat voor vrouwelijkheid en luxe. Dit straalt het volgens mij uit door de strakke bovenkant en de gouden stof. Goud heeft naar mijn mening een bepaalde luxe uitstraling.
4. Naast de betekenis is vaak de manier waarop de jurk gemaakt is onbekend. Toch kan je bepaalde manieren van productie wel zien. Wat zichtbaar is, is dat er gewerkt is met naald en draad of een naaimachine. Er zijn verschillende manieren om een pasvorm voor een kledingstuk goed te maken. Dit kan door middel van een patroon of het modelleren op een pop. Modelleren betekend letterlijk vorm geven, in de modewereld wordt de stof dan om de pop heen gedrapeerd en krijgt zo de vorm van een kledingstuk en de juiste pasvorm.
5. De stijl waaronder deze jurk valt is postmodern. Het is namelijk in de afgelopen 10 jaar gemaakt, het is dus na de moderne tijd. Het meest in het oog springende kenmerk van de stroming is het in twijfel trekken van lang gekoesterde begrippen als waarheid en - romantische - authenticiteit. Vroeger moest een jurk verhullend zijn vandaar de lengte, maar door de stroken doorzichtige stof wordt de verhulling eigenlijk op een speelse manier teniet gedaan. Dit is naar mijn mening het stukje twijfel in het romantische uiterlijk.
6. In de bovenstaande tekst heb ik vaak gebruik gemaakt van mijn eigen mening. Zo vond ik de jurk een bepaalde vrouwelijkheid en luxe uitstralen en heb ik het in het postmoderne tijdperk geplaatst. Ik vind dat Azzedine Alaïa een erg mooie jurk heeft gemaakt die gezien kan worden als een hedendaagse prinsessenjurk. Jurken zoals die van Assepoester worden niet meer gedragen doordat het niet meer in het modebeeld past, maar gelukkig kunnen vrouwen zich in deze jurk toch nog prinses voelen.
Beeldsaspecten
Kleuren: De kleur van de jurk is goud en de stroken zijn doorzichtig waardoor de huid van de vrouw zichtbaar is bij het dragen. Bij schilderen worden de kleuren Geel, lichtgeel en oker gebruikt om een suggestie van een kleur goud te geven. Net zoals bij schilderen wordt er verf gebruikt om de stof de goude kleur te geven.
Ruimte: De jurk is niet gemaakt voor een bepaalde ruimte, maar voor een vrouw om te dragen. In het Groninger museum staat het in een ruimte met witte muren zodat de aandacht volkomen op de kleding wordt gericht.
Textuur: De textuur is de zichtbare en/of voelbare aard van het oppervlak bestaande uit twee aspecten: de structuur en de factuur. De structuur van het oppervlak is iedere eigenschap die laat zien hoe het onbewerkte, ruwe materiaal is opgebouwd (nerven en knoesten in hout of aders in marmer). De factuur is de wijze waarop het oppervlak van ruw materiaal is bewerkt (glad geschuurd, of met dikke verf grof beschilderd). Het onbewerkte materiaal is de ongeverfde stof, waarna de stof geverfd is en de factuur ontstaat.
Vorm: De jurk volgt aan de bovenkant de vormen van het vrouwelijk lichaam en aan de onderkant is het een geplooide rok. De plooien zijn organische vormen, ze zijn aanwezig in de natuurlijke omgeving. Bijvoorbeeld de golven van de zee. Verder is de rok kegelvormig, een geometrische vorm.
Compositie: compositie is de plek waar de dingen in de omgeving komen te staan. Bij de jurk is hier zoals bij ruimte besproken niet in een vaste omgeving gezet. De compositie van de jurk verandert dus voortdurend.
Licht: De lichtval in het museum wordt verzorg door spotje in het plafon waardoor het licht van bovenaf komt. Wanneer de jurk gedragen wordt is er vanzelfsprekend niet expliciet gebruik gemaakt van licht. Wel is het licht constant van invloed doordat het de kleur van de jurk weerkaatst wordt en we zo de gouden kleur zien.
Muziekdomein 3: Muziek luisteren
Nummer: Drie Dwaze Heksen - Eigenwijs, blz 197, Doelgroep: groep 5
Inleiding van de les:
Kinderen krijgen een lijstje met vragen over het liedje. Deze worden alvast besproken.
Vragenlijst:
1. Waar gaat het liedje over?
2. Vind je het een eng of een leuk liedje?
3. Hoe komt het dat je het wel of niet eng vindt?
4. Welke instrumenten hoor je in het liedje?
Kern:
De kinderen luisteren twee keer naar het liedje. Tijdens deze keren vullen ze het vragenlijstje in. De vragen worden daarna besproken in groepsverband.
Inleiding van de les:
Kinderen krijgen een lijstje met vragen over het liedje. Deze worden alvast besproken.
Vragenlijst:
1. Waar gaat het liedje over?
2. Vind je het een eng of een leuk liedje?
3. Hoe komt het dat je het wel of niet eng vindt?
4. Welke instrumenten hoor je in het liedje?
Kern:
De kinderen luisteren twee keer naar het liedje. Tijdens deze keren vullen ze het vragenlijstje in. De vragen worden daarna besproken in groepsverband.
Muziekdomein 1 : Zingen
Nummer: Drie Dwaze Heksen - Eigenwijs, blz 197. Tekst, zie onderaan
Doelgroep: groep 5
Inleiding:
vraag: wat doen heksen? --> we gaan een gesprek aan
met de kinderen over heksen, wat doen ze allemaal en hoe doen
ze dat?
Kern:
Aanleren van het nummer:
1. Voorzingen door de leraar
2. Eerste zin zingen en laten herhalen door de kinderen.
3. Tweede zin zingen en laten herhalen door de kinderen.
4. Eerste én Tweede zin laten zingen door de kinderen.
Deze stappen herhalen totdat de kinderen het liedje zelfstandig kunnen zingen.
Wanneer de kinderen het eenstemmig goed kunnen zingen, kunnen ze in de volgende
les het liedje in canon zingen. Deze les hebben we echter niet uitgewerkt.
Tekst van 'Drie Dwaze Heksen'
Drie dwaze heksen vlogen door de lucht: 'Huuhuuhuuhuuhuu!'
Op een oude bezemsteel, 't was een ware klucht!
Drie dwaze heksen vlogen door de lucht: 'Hahahahaha!'
Allen op één bezemsteel, nou dat ging maar net!
Drie dwaze heksen hadden reuze pech: 'Hoeijoeijoeijoeijoei'!
Want daar brak de bezemsteel, schoot toen krakend weg!
Drie dwaze heksen suisden naar benee: Hoohoohoohoohoo!
Met die oude bezemsteel in de zwarte zee!
Doelgroep: groep 5
Inleiding:
vraag: wat doen heksen? --> we gaan een gesprek aan
met de kinderen over heksen, wat doen ze allemaal en hoe doen
ze dat?
Kern:
Aanleren van het nummer:
1. Voorzingen door de leraar
2. Eerste zin zingen en laten herhalen door de kinderen.
3. Tweede zin zingen en laten herhalen door de kinderen.
4. Eerste én Tweede zin laten zingen door de kinderen.
Deze stappen herhalen totdat de kinderen het liedje zelfstandig kunnen zingen.
Wanneer de kinderen het eenstemmig goed kunnen zingen, kunnen ze in de volgende
les het liedje in canon zingen. Deze les hebben we echter niet uitgewerkt.
Tekst van 'Drie Dwaze Heksen'
Drie dwaze heksen vlogen door de lucht: 'Huuhuuhuuhuuhuu!'
Op een oude bezemsteel, 't was een ware klucht!
Drie dwaze heksen vlogen door de lucht: 'Hahahahaha!'
Allen op één bezemsteel, nou dat ging maar net!
Drie dwaze heksen hadden reuze pech: 'Hoeijoeijoeijoeijoei'!
Want daar brak de bezemsteel, schoot toen krakend weg!
Drie dwaze heksen suisden naar benee: Hoohoohoohoohoo!
Met die oude bezemsteel in de zwarte zee!
Beeldende Vorming 3D modern
1. Kauwgommeisje door Ineke Kaagman, 2008
2. Wat duidelijk te zien is zijn de stukjes kauwgom op het beeld. In opdracht van het museum voor moderne kunst Arnhem is een beeldje gemaakt waar de bezoeker kauwgom op mag plakken. Doordat de bezoekers steeds meer kauwgom plakken wordt het beeld gedurende de expositieperiode steeds meer roze. De eerste foto is genomen in het begin van de expositie en de tweede foto aan het einde. Ineke Kaagman heeft om het beeld te laten aansluiten bij de belevingswereld van de bezoeker een figuratief beeld gemaakt. Een mensfiguur, die vervolgens ook spannend is om te beplakken. het masker zorgt ervoor dat het beeld met kauwgom zijn vorm behoud en geeft meteen het beeld een eigen karakter en inhoud.
3. Voor de betekenis van het beeld heb ik een citaat van Ineke Kaagman opgezocht. Zij zegt over haar beeld het volgende: '' het beeld is een jong meisje dat door het masker en de roze kauwgomhuid iets heel kwetsbaars krijgt. de kauwgom wordt bijna nog een extra huidje waar ze zich achter beschermen kan. tegelijkertijd is het beeld kwetsbaar omdat het “besmeurd” wordt. ook krijgt het beeld iets heel sensitiefs en verleidelijks door de kauwgom met zijn geur, glans en kleur. de bovenstaande inhoudelijke en vormaspecten vormen een wezenlijk onderdeel van mijn eigen beeldend werk. '' Volgens mij is de betekenis van het beeld
4. De techniek die gebruikt is bij het maken van dit beeld is sculpturen. Bij scuplturen wordt een ruimtelijk beeldhouwwerk vormgegeven door materiaal te verwijderen. Het kauwgommeisje is gemaakt van donkerbruin keramiek en heeft een grootte van (b x h): 50 cm x 150 cm en staat op een metalen sokkel.
5. De stijl waar dit beeld onder valt is moderne kunst.
6. Zelf vind ik het een ontzettend leuk idee dat perfect in ons sprookjesthema past. Doordat alle bezoekers kauwgom mogen plakken op het beeld denk ik dat je een enorme betrokkenheid creëert wat ik zelf erg leuk vind. Het beeld is door de kauwgom door de kunstenares en de bezoekers gemaakt. Ik vind het in het sprookjes thema passen doordat sprookjes ontstaan door fantasie. De fantasie van de vormen, een meisje heeft namelijk niet zulke oren en neus, maar Ineke Kaagman heeft hierbij haar eigen fantasie gebruikt. Ook vind ik het een vorm van fantasie doordat ze niet wist hoe het beeld met de kauwgom ging worden, maar ze het al wel voor zich kon zien en er toen voor gekozen heeft om deze kunstvorm te gebruiken.
Beeldaspecten
Kleuren: Eerst was het beeld bruin en vervolgens door alle kauwgom roze. Er wordt in het begin en einde gebruik gemaakt van 1 kleur. Tijdens het proces verandert de kleur wel door de verschillende soorten kauwgom. Roze is een onzuivere kleur doordat de primaire kleur rood gemengd is met wit.
Ruimte: Sommige kunstwerken zijn gemaakt terwijl de kunstenaar met de omgeving rekening hield. Zulke beelden sluiten vaak goed op aan (of contrasteren juist) met de omgeving vanwege een open karakter ten opzichte van die omgeving. Andere 3-dimensionale kunstwerken kunnen zeer op zichzelf staan en lijken meer geïsoleerd van hun omgeving. Ze hebben dan vaak een gesloten karakter. Het kauwgommeisje valt onder de laatste omschrijving. Ze staat op zichzelf in de omgeving en er vind geen interactie plaats. Ook zie je dat bij de eerste foto het beeld in een andere omgeving staat. Ineke Kaagman heeft het beeld in principe wel voor buiten ontworpen.
Textuur: De textuur is de zichtbare en/of voelbare aard van het oppervlak bestaande uit twee aspecten: de structuur en de factuur. De structuur van het oppervlak is iedere eigenschap die laat zien hoe het onbewerkte, ruwe materiaal is opgebouwd (nerven en knoesten in hout of aders in marmer). De factuur is de wijze waarop het oppervlak van ruw materiaal is bewerkt (glad geschuurd, of met dikke verf grof beschilderd). Bij het kauwgommeisje is de structuur niet zichtbaar doordat de factuur, de kauwgom, het bedekt. Het is een bobbelig oppervlak doordat de kauwgom ongelijkmatig over het beeld verdeeld is.
Vorm: Er is veel gebruik gemaakt van ronde vormen zoals te zien is bij bijvoorbeeld de neus en de oren. Deze ronde vormen vallen onder organische vormen, ze zijn aanwezig in de natuurlijke omgeving. Verder is de rok kegelvormig, het hoofd een bol en de ogen een cilinder. Dit zijn geometrische vormen.
Compositie: compositie is de plek waar de dingen in de omgeving komen te staan. Bij het kauwgommeisje is hier zoals bij ruimte besproken niet in een vaste omgeving gezet. De compositie van het beeld verandert dus voortdurend.
Licht: De lichtval op het kauwgommeisje is natuurlijk doordat het beeld buiten staat. Er is dus niet expliciet gebruik gemaakt van licht bij het beeld. Licht is natuurlijk wel van invloed doordat het de kleur van het beeld weerkaatst wordt en we zo de roze kleur zien.
Abonneren op:
Reacties (Atom)